Dit Jaarplan Inspectie SZW 2020 beschrijft hoe de Inspectie het komende jaar – vaak in samenwerking met anderen – resultaten en effecten wil bereiken die bijdragen aan een eerlijke, veilige en gezonde arbeidsmarkt en bestaanszekerheid voor iedereen. 2020 is het tweede uitvoeringsjaar van het Meerjarenplan 2019–2022.
Dankzij het regeerakkoord wordt het aantal inspecteurs en rechercheurs volgend jaar verder uitgebreid. Naast programmatisch werken is daarbij de beweging ingezet van ‘inspectiestreepjes naar effect’. De focus ligt hierbij op het bereiken van maatschappelijke effecten.
In 2020 wil de Inspectie met haar personele groei de balans tussen ongevalsonderzoeken en preventieve inspecties herstellen. Daarbij wordt ingezet op verbetering van de naleving van de kernverplichtingen van de Arbeidsomstandighedenwet, voor een betere beheersing van arbeidsrisico’s en preventie van arbeidsongevallen. Het direct beboeten van bedrijven die geen RI&E hebben, helpt hierbij. Verder moet met de uitbreiding volgend jaar bij de circa 400 BRZO-bedrijven, waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, aan 90% van de gezamenlijke inspecties met andere toezichthouders worden deelgenomen. Daarnaast zet de Inspectie intensiever in op de aanpak van arbeids(markt)discriminatie.
In het najaar van 2020 beoordeelt de Inspectie in een midterm review van de meerjarenprogrammering of – en zo ja in hoeverre – bij de risico’s, doelen en ontwikkelingen aanpassingen nodig zijn. En wat dit betekent voor de verdeling van menskracht en middelen.
Marc Kuipers, Inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid:
“2020 wordt een boeiend jaar, waarin we ons als Inspectie weer volop in gaan zetten voor positieve maatschappelijke effecten op gezond, veilig en eerlijk werk en bestaanszekerheid voor iedereen. Met boetes en handhavend waar dat nodig is. Maar ook met nalevingscommunicatie, in goede samenwerking met belangenbehartigers en door druk te zetten op de ketens van opdrachtgevers of producenten. En we gaan anders inspecteren. Waarbij niet alleen de overtreding centraal staat, maar we ook breder kijken. Met werkgevers praten we over hun veiligheidscultuur. En met de branche over goede voorbeelden. Om zo preventie te bevorderen. Herhaling te voorkomen.”